Mijn favoriete technieken om bij de klassikale instructie de kinderen te betrekken

Klassikale instructie is een lesmoment waarop je iets uitlegt aan de hele klas. De leerkracht vertelt iets belangrijks of legt nieuwe leerstof uit. De leerlingen moeten het begrijpen om voort te kunnen met de les of met de oefening. Zo’n klassikale instructie duurt meestal een tiental minuten maar komt in zowat elke les voor. 

In dit artikel lees je 6 technieken die ik gebruik om de leerlingen te betrekken. Ze staan in willekeurige volgorde.

Hand opsteken

Een klassieker! Tijdens de klassikale instructie verplicht ik de kinderen om hun hand op te steken vooraleer te antwoorden. Ik kies dan heel bewust wie aan het woord komt. Het is niet de bedoeling dat een haantje-de-voorste het antwoord eruit flapt. Iedereen moet namelijk de kans krijgen om na te denken. En dus steken ze hun hand op. 

Voordeel: 
  • Ik kan heel bewust kiezen wie aan het woord komt. Bij heel moeilijke lessen kan je een leerling kiezen waarvan je vermoedt dat die het antwoord kent. Want sommige kinderen hebben op dat moment nog geen idee. Zij hebben een voorbeeld nodig. Een paar oefeningen later weten ze al meer en komen ook zij aan de beurt. 
  • Ik kan onmiddelijk zien wie actief mee nadenkt.
 Nadeel: 
  • Niet alle leerlingen zijn betrokken. 

Samen denken 

Bij deze techniek zitten de kinderen tijdens de klassikale instructie in groepjes van drie. Ze hebben één blad om iets te noteren. Ik spreek vooraf af wie het antwoord mag noteren bv. alle kinderen die in het midden zitten. De plek waar ze zitten bepaalt dus wie mag antwoorden. Nadat ik een oefening/vraagstuk/opdracht gegeven heb, krijgen ze tijd om te overleggen.

Voordeel:
  • tijdens het overleg worden denkprocessen duidelijk
  • kinderen corrigeren elkaar bij foute denkprocessen
Nadeel:
  • werkt alleen bij opdrachten waar echt moet over nagedacht worden
  • heel dominante kinderen leggen het overleg stil en bepalen wat er op het blad geschreven wordt

Wisbordjes

Ik stel een vraag en de kinderen noteren het antwoord op hun wisbordje. Iedereen moet iets noteren.

Voordelen:
  • alle kinderen zijn betrokken
  • je ziet meteen wie de leerstof nog niet begrepen heeft
Nadelen:
  • het duurt wat langer
  • sommige kinderen gebruiken elk klein momentje tijdens de instructie om te tekenen

Namen trekken 

In de klas heb ik een potje met alle namen van de kinderen in. Ik trek een naam uit het potje en die persoon mag antwoorden. Deze techniek gebruik ik vooral als ik veel korte antwoorden nodig heb die elkaar snel opvolgen bv. bij de rekenles.

Voordeel:
  • ik ben er zeker van dat iedereen aan de beurt komt
  • ik kan een beetje sjoemelen (snelle denkers eerst nemen en tragere denkers tot het laatste overlaten)
  • het potje met namen gebruik ik ook voor andere zaken bv. als ik iemand moet kiezen om iets leuks/bijzonders te doen
Nadeel:
  • Ik steek de kaartjes niet terug. Wie aan de beurt geweest is, kan dus even op zijn lauweren rusten.

Slangetje

 "Je hoeft je hand niet op te steken, we doen slangetje" Als ik dit zeg, weten de kinderen meteen wat ik bedoel. We gaan gewoon het rijtje af. Elk om de beurt in de volgorde van de plaats waarop ze zitten in de klas. Deze techniek gebruik ik vooral bij oefeningen in het handboek of het werkboek. 

Voordeel:
  • onzekere kinderen weten wanneer ze aan de beurt komen. Ze kunnen dan al eens kijken naar de oefening waarvan zij straks het antwoord moeten zeggen
Nadeel:
  • Sommige leerlingen zetten hun hersenen op pauze nadat ze aan de beurt geweest zijn.

Namenkiezer op het digibord

Ik gebruik vaak het rad van het lot van Classcraft. Met deze tool koppel ik een beloning aan een (poging tot) juist antwoord. Dat is natuurlijk een extra motivatie om mee te denken!

Als de aandacht of de motivatie verslapt, gebruik ik ook wel eens het rad van fortuin van classtools.net. Het juichen van deze tool werkt motiveren.

Voordeel:
  • iedereen is betrokken want alle aandacht gaat naar de namenkiezer
Nadeel:
  • een digitale namenkiezer zorgt voor wat afleiding van de leerstof

Een gewoon gesprek

Natuurlijk heb ik ook vaak een gewoon gesprek met de kinderen. Ze zijn dan aan het werk, alleen of in groep. Ik loop rond of maak wat klaar voor de les. De leerlingen spreken mij dan aan zonder hun hand op te steken of het woord te vragen. Ze mogen dan ook gewoon met elkaar praten. Op voorwaarde dat het op een rustige manier gebeurt en dat het over de les gaat. Twee moeilijk vol te houden regels!


Reacties